Posts uit 2011



Opname gewenst

Toen de oncoloog opname voorstelde om met pijnstillers en infuus mijn keel tot rust te laten komen, was ik hem dankbaar!

Op B2 is het een drukte van belang als ik even ‘te wachten word neergezet’. ‘Er komt zo iemand bij u’ zegt de assistente oncologie. Ze geeft mijn status af op de afdeling en verdwijnt weer. Het is een komen en gaan van witte jassen, uniformen en bezoek dat al iets vroeger dan toegestaan door de deuren verdwijnt. Ik zie de hectiek en probeer me zo rustig mogelijk te houden. Ook als  na een kwartier nog niemand zich tot mij heeft gewend. Ineens een bekend gezicht tussen alle bezoekers. Bezoek van Diana, die mij hier natuurlijk ook niet verwacht! We praten even kort en dan gaat mijn wachten verder….. Kennelijk is er zojuist een dienst gewisseld, want er gaan allemaal witte dames een deur door en ze komen er stuk voor stuk kleurrijk weer uit.

Eindelijk komt iemand me halen en brengt me naar een leeg bed op kamer 203. Deze 8-persoons kamer deel ik met 2 dames en 3 heren, allen op respectabele leeftijd. Het duurt dan ook niet lang of ik word in de conversatie tussen mijn buurman en zijn dochter aangeduid met ‘dat meisje’….

Het lopen, de activiteit, heeft gemaakt dat ik dorst heb gekregen. Mijn keel voel naast verwrongen nu ook nog eens droog aan. Ik snak naar vocht, desnoods via een slangetje. Tussen al het bezoek op de afdeling door krijg ik dan uiteindelijk mijn infuus, een morfinepleister en een injectie morfine om meteen al de ergste pijn te kunnen verdragen.

Doordat de ontsteking aan het mondslijmvlies ook effect heeft op mijn stembanden, heb ik bijna geen volume. Dat maakt dat ik slecht verstaanbaar ben en praten ook heel vermoeiend is. Het bed aan het raam, met daarnaast een leeg bed is voor mij dan ook een uitkomst. Ik kan volstaan met het maken van oogcontact vergezeld met een vriendelijk knikje.

De eerste nacht hoor ik ieder piepje, al het snurken en iedere hoestbui. Omdat de rest wel schijnt te slapen, ben ik veelal degene die belt wanneer er een irritant infuuspiepje over de afdeling klinkt. Iedere keer dat ik bel is dat dus voor iemand anders dan mezelf. De nachtzuster bedankt me en vraagt of ik zelf wel aan mijn rust toe kom…. “Dat komt wel goed”, laat ik haar weten. 

’s Ochtends maakt de arts zijn ronde. Ze komen tot de conclusie dat de morfinepleister onvoldoende werkt. Ik krijg in plaats daarvan een pomp. Hij weet me ook te vertellen dat ik het ergste nu gehad moet hebben, uitgaande van de dag van toediening van de taxotere. Ik hoop het! Want zolang ik me rustig houd en eraan denk dat ik niet slik gaat het redelijk goed. Zodra ik echter uit vergissing probeer te slikken, krijg ik het spaans benauwd. Dat gebeurt bijv. zodra ik in beweging kom. Dat moet ik me optimaal concentreren om niet te slikken.

De pleister wordt verwijderd, de morfinepomp wordt aangesloten. Enkele uren daarna voel ik me langzaam wat duizelig en misselijk worden. Een wee gevoel in mijn maag…. Het voelt als te laag bloedsuiker, maar omdat ik zowel zout als glucose in mijn infuus krijg zal dit mogelijk het gevolg zijn van de morfine. In overleg met de verpleegkundige krijg ik een middel tegen misselijkheid in mijn infuus. Ik breng de dag grotendeels slapend door, kan me niet tegen de slaap verzetten. Zelfs mijn conversatie met Manon ’s avonds op MSN moet ik opgeven omdat de slaap me overvalt.

Niet verbazingwekkend dus dat ik de afgelopen nacht een heel stuk beter heb geslapen. Minder piepende infuuspompen gehoord en beter uitgerust wakker geworden. Tijdens de ochtendronde weet de assistent arts mij te vertellen dat mijn Leucocyten alweer aan het stijgen zijn. En zij vindt mijn stem ook al krachtiger worden, hetgeen betekent dat de ontsteking afneemt. Twee keer goed nieuws dus! 

Als het zo doorgaat, hoop ik morgen misschien alweer goed en gericht te kunnen slikken. Dat zou betekenen dat ik dan kan beginnen met vla en als dat goed gaat, uitbouwen naar vaster voedsel. Als we zover zijn kan ik denk ik ook alweer naar huis!

Maar daarover ongetwijfeld een volgende keer meer!

Hier lig ik dan, op kamer B203, bed 4. Een infuus voorziet mij van vocht, medicijnen, antibioticum (vanmiddag kreeg ik toch ineens koorts) en morfine moet de pijn laten verminderen.

Ik ben er blij mee, want zoals ik me vanochtend thuis voelde, kon het echt niet langer!! Nu ben ik in goede, zorgzame handen en hoop ik snel weer wat reserves te kunnen opbouwen.

Dit artikel werd gepubliceerd op: 22-08-2011 20:39