Posts uit 2011



MRI en gesprek met radiotherapeut

Een MRI dient ervoor om de vorderingen van de chemo op eenvoudige, pijnloze en medicijnloze wijze in de gaten te houden door een ‘ervoor’, ‘tussentijds’ en ‘erna’ foto te maken…

Maandagmiddag wachtte mij een MRI. Dit is een apparaat dat een sterke magneet bevat. Je mag dus geen metalen delen aan houden. Spijkerbroek (die mij weer past!) uit en ringen af. Omdat het bij mij erom gaat een goede scan van mijn borst(en) te kunnen maken, moest ik met ontbloot bovenlijf op mijn buik gaan liggen, boven een uitsparing waar je borsten dan doorheen vallen (lang leve de zwaartekracht). Je hoofd wordt ondersteund en op zich ligt het redelijk goed. Tegen het klapperen (ik heb het snel koud en tril dan als een espenblad) kreeg ik een extra deken over. Omdat ik ook contrastvloeistof ingespoten zou krijgen, werd een infuus aangelegd. “Weer een gat erbij” dacht ik nog. Met mijn armen strak langs mijn lijf vastgebonden, om zo stil mogelijk te kunnen liggen, het infuusslangetje door mijn vingers gevlochten, kreeg ik een bal in mijn rechterhand. Als er paniek zou uitbreken, mocht ik 3 keer knijpen, dan zou de scan onderbroken worden en zouden ze me er snel uit halen. 

Ik had me een beetje ingelezen en wist al dat het apparaat veel herrie zou maken. De dame die mij hielp zei dat ik een koptelefoon op zou krijgen met muziek; wat mijn voorkeur was?! Ach, nou, “doe maar klassiek“, zei ik. Prima! Laat ik nou toch denken dat het de bedoeling was dat de muziek het apparaat zou overstemmen…. Maar in plaats daarvan was de volumeverhouding dusdanig, dat het meer een pauzemuziekje leek voor de korte momenten dat het apparaat geen herrie maakte. Je kunt het vergelijken met fluisteren in een hardrock café. Ik moest er stilletjes om lachen en heb er maar geen melding van gemaakt. De contrastvloeistof die werd ingespoten, kort voor de tweede serie foto’s gaf een koud gevoel door mijn aderen, richting mijn vingers. Eerst in de arm waarin het infuus zat en vrijwel meteen daarna in de andere arm en hand. Een vreemd gevoel. Nog een minuut of 10 die herrie en toen werd ik weer bevrijd.

Daarna wachtte mij een gesprek met de radiotherapeut, dr. Timmer. De regieverpleegkundige had ruim de tijd genomen voor de MRI, dus kon ik op mijn gemak de afdeling radiologie R 0.03 opzoeken. Nadat ik mij gemeld had, een boekje ontvangen en op de kiek was gegaan (om persoonsverwisseling te voorkomen) mocht ik met een vers kopje koffie plaatsnemen in de wachtruimte. Een half uur te vroeg, dus mooie gelegenheid om het boekje vast eens door te lezen. Helaas voor mij liep de dokter nogal uit. Maar goed, er was koffie, ik had verder toch geen afspraken meer staan…. Rustig wachten dus. Uiteindelijk, na ruim een uur wachten werd ik binnengeroepen. Dr. Timmer is een man met veel ervaring, getuige zijn grijze haren. Zijn ogen staan vriendelijk als hij mij nog wat vragen stelt, over eerdere ziekten, aandoeningen. Ik vertel over mijn klaplong rond mijn 20e en aangezichtsverlamming op mijn 13e en kort na de geboorte van Vincent. Hij reageert enigszins verrast. Dan vertelt hij wat mij ongeveer te wachten staat. Ik zet de opname van mijn telefoon aan, om niets te missen.

Ik zal eerst 5 of 6 chemokuren krijgen, dan een operatie, dan volgen bestralingen (waarvoor dr. Timmer verantwoordelijk is) en daarna volgt een hormoonkuur. Dat heeft ermee te maken dat mijn tumor hormoongevoelig is. Volgens de arts is dit gunstig! Een ander voordeel van deze volgorde is dat de chemo beter bij de tumor kan komen wanneer er nog geen lidtekenweefsel is van een operatie. Het dringt beter door! En in een heel enkel geval, kan de tumor door de chemo al volledig verdwijnen en is een operatie zelfs overbodig! Maar dat zijn de uitzonderingen. Ik vraag hem naar de erfelijkheidsfactoren, of dit bij deze vorm van borstkanker in beeld komt?! Daarop kan hij geen antwoord geven. Dat vraagt dan nader onderzoek. Als ik dat wil kan dat. Ik denk aan mijn zus, haar dochters, mijn eigen dochter en vraag of zij extra alert moeten zijn. “Ja, dat is altijd raadzaam als er in de directe familie sprake is van borstkanker”, antwoord de arts.

Met meer duidelijkheid en nog een paar onduidelijkheden die ik hopelijk woensdag opgelost zie, keer ik huiswaarts om eten te gaan koken. Als mijn telefoon gaat, blijkt het mijn achternichtje te zijn, die zelf op zeer jonge leeftijd borstkanker kreeg. In het kader van de erfelijkheidsfactoren had ik contact gezocht. Zij heeft gen onderzoek laten uitvoeren en er is geen sprake van verband tussen wat haar is overkomen en de maag- en lymfklierkanker van haar ooms. Zij had gewoon domweg pech om het te krijgen, zoals 90% van alle vrouwen die borstkanker krijgt geen genetische aanleg hiervoor heeft! We praten uitgebreid over ook haar ziektebeeld, prognoses van artsen en concluderen dat zij een levend voorbeeld is van het overwinnen vanuit zeer slechte vooruitzichten, mede door positief te blijven en te blijven geloven dat het te bevechten is! “Psychisch en fysiek is het zwaar, maar wel te doen”, laat ze weten!

Daar wil ik me graag aan vasthouden! 

Dit artikel werd gepubliceerd op: 07-06-2011 07:21