Grote opruiming
‘Soms is het goed om flink te snoeien om zodoende uit de schaduw van je bestaan te komen en een ander licht op je leven te krijgen!’
“Hoe gaat het met je?” wordt mij deze dagen vaak gevraagd. Sommigen vragen het met enige schroom omdat ze niet goed weten wat mijn vooruitzichten zijn, anderen vragen het, gebaseerd op mijn redelijk vitale uiterlijk, bijna argeloos, ervan uit gaande dat ik met een brede grijns ‘goed hoor’ zal antwoorden. Hoe gaat het met me? Naar omstandigheden goed, of gewoon echt goed?
Afgelopen woensdag mocht ik weer naar het ziekenhuis voor mijn 3-maandelijkse controle. De vorige keer was ik nogal emotioneel, vanwege spanningen met Manon en de onweerstijding die mijn moeder net de week daarvoor had gekregen. De dokter was dus oprecht geďnteresseerd in mijn emotionele staat, mede vanwege de hormoonremmers, die depressies kunnen veroorzaken. Dat was allemaal weer redelijk teruggebracht tot ‘normale’ proporties en ook het lichamelijk onderzoek van klieren en rechterborst was goed, dus geen reden tot bezorgdheid. “November zie ik u dan weer. We zijn dan een jaar verder, m.b.t. de medicijnen.” “Een jaar alweer”, schiet door mijn gedachten: “waarschijnlijk tijd voor een scan ofzo”. Maar de arts zegt daar niets over. Dan maar even vragen. “Misschien een vreemde vraag, maar krijg ik niet een scan ofzo, nu we een jaar verder zijn?” De arts legt haar pen neer en kijkt mij aan als ze zegt: “Nee, het is niet gebruikelijk om preventief te controleren op eventuele uitzaaiingen als u verder geen klachten hebt. Met scans en onderzoeken kunnen we het niet voorkomen en op het moment dat we uitzaaiingen constateren bent u toch niet meer te genezen. Dus zolang u geen klachten hebt, gaan we ervan uit dat het goed is. Terugkeer van de borstkanker, bijvoorbeeld in de andere borst houden we wel in de gaten. Dat kunnen we wel proberen te voorkomen door de medicatie die u nu gebruikt.”
Zo, dat was best wel even vreemd om te horen. Dat was een scenario waarmee ik geen rekening had gehouden… Ik hou ik mijn gedachten zo’n 3% rekening met het feit dat het kan terugkomen, maar op de een of andere manier ben ik er niet van doordrongen geweest dat als het als uitzaaiing terugkomt, ik dan ongeneeslijk ziek ben. In mijn beleving ben ik schoon en doe ik er (bijna) alles aan om terugkeer van de kanker te voorkomen. En hoewel ik weet dat mijn moeder pas in een (veel) te laat stadium aan de bel heeft getrokken en hoewel ik me realiseer dat háár situatie niet vergelijkbaar is met de mijne, kan ik me toch niet helemaal aan het beeld van haar ziektesymptomen onttrekken. Dit wetende zal ik me dus nóg eerder met eventuele vage klachten bij mijn huisarts moeten melden. Niet dat het mijn status dan beďnvloedt, maar wel mijn kansen qua lengte en kwaliteit van leven.
Ik besluit dat het verder geen invloed mag hebben op mijn dagelijkse bezigheden anders dan de richting die ik toch al was ingeslagen, namelijk die van grote opruiming om onderhoud beter mogelijk te maken!
Wij zijn deze dagen dan ook verwoed bezig om de onderhoudsachterstand van het huis van de afgelopen drukke jaren weg te werken. Wat we zelf kunnen, doen we zelf (met hulp van onze kinderen die wel een centje willen bijverdienen) en andere dingen laten we over aan de vakman, voor zover we daar budget voor hebben. Terwijl Manon twee weken geleden begonnen is met het schuren, gronden en aflakken van de balustrade bij ons platte dak, hebben Cor en ik een begin gemaakt met de studio / ons kantoor. Vervolgens ging Manon ‘vakantie vieren’ en zijn wij verder gegaan met onze woonkamer.
Door mijn ziek zijn heb ik heel erg geleerd om onderscheid te maken tussen de dingen (en mensen) die energie opleveren en die energie kosten. Nu heb ik de neiging om mij aan spullen en mensen te hechten. Niet omdat ik niet zonder zou kunnen, maar meer omdat ik waarde hecht aan ‘het bekende’ en huiverig ben voor ‘het onbekende’. Of als je iets al heel lang hebt, het willen vasthouden omwille van die tijd! Onze kinderen hebben dit gedrag een beetje overgenomen. Dat betekent automatisch dat je steeds meer spullen om je heen verzamelt, meer dan je nodig hebt, maar ook meer dan in je huis past onder ‘normale’ omstandigheden. Meer dan je kunt ‘onderhouden’. Als je niet oppast kan het een last worden.
Een voorbeeld: wij hebben achter het huis een terras onder een pergola voor de schaduw. Het bladerdak wordt gevormd door druivenstruiken. Ik weet dat ik in het voorjaar en gedurende de zomer de struik heel goed moet snoeien om te voorkomen dat deze een eigen leven gaat leiden. Dit jaar was ik daar erg laat mee, met alle gevolgen van dien. Terwijl ik rigoureus grote, dikke takken aan het doorknippen was en de zon weer een kans kreeg op de groenstrook in de achtertuin, bedacht ik me opeens: ‘Soms is het goed om flink te snoeien om zodoende uit de schaduw van je bestaan te komen en een ander licht op je leven te krijgen!’
Nu sta ik voor de vraag of ik ieder voorjaar en zomer mijn tijd en energie wil geven om die druif in toom te houden, of gaat deze weg en kies ik ervoor om zelf te bepalen waar ik mijn tijd en energie in stop.
Hoe filosofisch weer!
Wij zijn dus begonnen met een grote opruimactie om lucht in ons leven te krijgen, orde in onze chaos van spullen en grip op ons leven qua tijd en tijdsbesteding. Mocht het noodlot toeslaan, dan heb ik daar geen zorgen meer over! Blijf ik gezond, dan kan ik in ieder geval de vruchten plukken van een opgeruimd bestaan :-)
Dit artikel werd gepubliceerd op: 06-08-2012 07:20